dinsdag 15 december 2015: Rubens kwartet m.m.v. Robert Holl

Concertgebouw de Doelen, Jurriaanse Zaal, 20:15 uur
om 19:30 voorafgegaan door Joël Vuik, counter tenor (toelichting)

Rubens Kwartet

Sarah Kapustin viool
Tali Goldberg viool
Roeland Jagers altviool
Joachim Eijlander cello
m.m.v. Robert Holl bas

 

Johannes Brahms (1833-1897) Strijkkwartet nr. 3 in Bes opus 67 (1875)
 

Vivace
Andante
Agitato (Allegretto non troppo)
Poco allegretto con variazioni

Samuel Barber (1910-1981)

‘Dover Beach’ voor bariton en strijkkwartet opus 3 (1931)
klik hier voor liedteksten

pauze

 

Anton Webern (1883-1945)

Zes bagatellen voor strijkkwartet opus 9 (1913)

 

Mässig
Leicht bewegt
Ziemlich fliessend
Sehr langsam
Äusserst langsam
Fliessend

Othmar Schoeck (1886-1957)

Notturno voor bariton en strijkkwartet opus 47 (1933)
klik hier voor liedteksten
 

I. Sie dort
II. Der Traum
III. Es weht
IV. Rings eines Verstummen
V. Ach, wer möchte

 

Rubens KwartetRubensQ

Het internationaal vooraanstaande Rubens Kwartet – van origine Nederlands / Amerikaans / Israëlisch – brengt sinds de oprichting in 2000 bijzonder originele programma’s met bekend en onbekend repertoire. Het ensemble is in toenemende mate internationaal actief, met name in Europa en de Verenigde Staten. De musici combineren Schubert met Kaufmann, Stravinsky met Roukens en geven themaconcerten, vaak met de oude en nieuwe generatie kamermusici van topniveau. Het kwartet trad op met het Borodin Kwartet, met Liza Ferschtman en met Gwyneth Wentink, creëerde muziekdanstheatervoorstellingen met choreografe Aafje Franken, verbond samen met regisseur Dick Hauser liederen van Sjostakovitsj op theatrale wijze met de huidige migratieproblematiek, liet Fania Sorel de muziek in woorden vangen en werkte intensief samen met hedendaagse componisten als Louis Andriessen, Sofia Goebaidoelina, György Kurtág en composer-in-residence Joey Roukens.

Het Rubens Kwartet studeerde aan de Nederlandse Strijkkwartet Academie en rondde daarna zijn studie cum laude af aan de Hanns Eisler Hochschule in Berlijn. Het kwartet behaalde diverse prijzen op nationale en internationale strijkkwartetconcoursen. Twee bejubelde cd’s verschenen op het eigen label RQ: het componistenportret Rondom Roukens en een album met de integrale fluitkwartetten van Mozart m.m.v. Marieke Schneemann. De kwartetleden bespelen instrumenten uit de collectie van het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds.RobertHoll800

De Stichting Kamermuziekvereeniging presenteert vanavond een van de laatste optredens van het Rubens Kwartet, dat na zestien jaar ophoudt te bestaan. Het programma van vanavond met zanger Robert Holl bevat daarom twee werken uit het begin van de jaren ’30, waarin verdriet en verlies centraal staan.

 

Robert Holl, bas

Robert Holl studeerde aan het Rotterdams Conservatorium en won in 1971 op het Internationaal Vocalisten Concours te 's-Hertogenbosch de eerste prijs. Hij woont al langere tijd in Oostenrijk en is professor aan de Musikhochschule in Wenen. Sinds de jaren zeventig werkt hij ook geregeld samen met het Koninklijk Concertgebouworkest in Amsterdam. Na 1975 trad Holl hoofdzakelijk op als concert- und liederenzanger in heel Europa, de Verenigde Staten, Israël en Japan. Robert Holl ontving de prestigieuze eretitel 'Kammersänger' van de stad Wenen in 1990. Op 27 oktober 2007 werd hij in de Rotterdamse Doelen benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Afscheid van het strijkkwartet

Johannes Brahms heeft tot zijn veertigste gewacht eer hij zijn eerste strijkkwartetten publiceerde. De sterke voorbeelden van Haydn, Mozart, Beethoven en Schubert maakten hem onzeker en frustreerden hem. Als hij aan een symfonie dacht hoorde hij de dreunende tred van Beethoven achter zich. Bij het strijkkwartet: idem dito. Toch had hij in stilte geëxperimenteerd. Minstens twintig kwartetpogingen landden in de kachel. Toch redde Brahms het genre en vulde het met romantische adem: dat waren zijn Twee kwartetten opus 51. Na acht jaar schetsen en schaven mochten ze in 1873 het licht zien. Tamelijk vlot kwam het volgende strijkkwartet tot stand, in ‘slechts’ een jaar tijd, tevens zijn laatste: Strijkkwartet nr.3 in Bes opus 67 uit 1876. Het vult de andere twee mooi aan als derde paneel van een drieluik. Een zonnig en helder paneel nota bene, opgedragen aan zijn goede vriend professor Theodore Engelmann, bij wie Brahms diverse keren logeerde in Utrecht. De première was in Berlijn  in oktober 1876. In het wervelende en levendige eerste deel lijken Haydn en Beethoven met een brede lach over Brahms’ schouder mee te kijken, zeker bij het springerige openingsmotief dat lijkt op een kinderdeuntje. Met accenten op de ‘verkeerde’ plek speelt Brahms uitgelaten met het ritme. Een en al lyriek is het zangerige tweede deel, Andante, dat associaties oproept aan de Lieder ohne Worte van Mendelssohn. Na een opgewonden Scherzo komt het verrukkelijke slotdeel met een thema met variaties, met aan het eind een herinnering aan het eerste thema van het eerste deel. Zo nam Brahms afscheid van het strijkkwartet.

De zee trekt zich terug

Samuel Barber (1910-1981) behoorde niet tot de uitgesproken avant-gardisten van de Amerikaanse muziek, zoals Charles Ives en John Cage. Maar doordat hij de laat-romantiek omarmde, kreeg hij in zijn land brede erkenning. Barber groeide op in een zangmilieu, zijn tante was de beroemde aan de Metropolitan Opera verbonden operazangeres (contra-alt) Louise Homer. Barber zelf was een voortreffelijke bariton, voor een componist een zeldzaamheid, en maakte een opname van het vanavond gezongen Dover Beach samen met het Curtis Quartet in 1931. Dit lyrische lied vol onderhuidse spanning lijkt in de pessimistische tekst en broeierige muziek het dreigende vooroorlogse klimaat te schilderen. Zoals in het beeld van eb dat symbool staat voor de vereenzaming van de mens die elk geloof is kwijt geraakt.

Een muzikale maquette

Een uiterst curieus gegeven in het leven van de Oostenrijkse componist Anton Webern is, dat hij als dirigent kolossale orkestwerken als de Negende symfonie van Beethoven en de Achtste van Mahler uitvoerde, terwijl hij als componist een man was van uiterste beknoptheid, van zwijgen en woordflarden. Grootgebracht in de traditie van de Weense wijdlopige laatromantiek, keerde hij zich na zijn studie bij Arnold Schönberg juist van die traditie af. De hier gespeelde Sechs Bagatelle für Streichquartett uit 1913 geven een fascinerend beeld van het soort muzikale maquettes dat Webern componeerde. De structuur is klassiek, alleen zijn de proporties tot het uiterste verkleind. Na een kleine vier minuten zijn de zes stukken voorbij!

De klank van donkere gedachten

Dit concert biedt een buitenkans eens muziek van de bijzondere maar weinig uitgevoerde Zwitserse componist Othmar Schoeck (1886-1957) te horen. Hij was een iets oudere tijdgenoot van de bekendere Arthur Honegger en Frank Martin. Was het omdat hij Zwitser

was, dat hij niet tot het Europese muziekcircuit doordrong? Of omdat hij vooral Duitse teksten toonzette? Of vanwege de nogal melancholieke teneur van veel van zijn werken? Schoeck liet een zeer boeiend en rijk oeuvre na, met vooral veel vocale werken. De vanavond uitgevoerde Notturno is vanwege de droeve inhoud vooral een zeer persoonlijk werk, dat een stem geeft aan het neerslachtig gemoed van de componist aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. En dat alles getoonzet in een stijl die het midden houdt tussen de laat-romantiek van zijn kortstondige leraar Max Reger en de Nieuwe Weense School van Schönberg, Berg en Webern waar hij eigenlijk niet toe behoorde. De titel is niet bedoeld in de traditionele betekenis: notturno wil hier zeggen de duisternis van de gedachten en niet een avondmuziek in de geest van Mozart. Niet voor niets koos Schoeck negen sombere gedichten van Nikolaus Lenau, de negentiende-eeuwse specialist van de Weltschmerz die krankzinnig eindigde in een gesticht nabij Wenen. Misschien dat Schoeck daarom als een soort tegenwicht na een minuut of veertig een wat hoopgevender tiende tekst uit de pen van Gottfried Keller laat voordragen.

Clemens Romijn

 

voorprogramma: Joël Vuik, counter tenorJoël Vuik

met leideren van o.a. Henry Purcell , John Dowland, George Frideric Handel en Robert Schumann.

Bij de Nederlandse countertenor Joël Vuik zit het zingen in zijn bloed en hij doet dit al zolang hij zich kan herinneren. Op jonge leeftijd zong hij al op school of vooraan in de kerk op zon- en feestdagen.

In 2008 vertrok Joël naar Rotterdam en omdat muziek hem nog steeds heel erg bezighield bezocht hij met regelmaat het Rotterdamse conservatorium, Codarts, voor theorie- en muzieklessen. Enige tijd later begon hij hier dan ook aan de opleiding Docent Muziek. Hier kwam hij door zijn zangdocente voor het eerst in aanraking met het begrip countertenor. Joël ging direct op onderzoek uit en vond het ‘Erbarme Dich’ van J.S. Bach gezongen door onder andere Andreas Scholl en Michael Chance. Joël was meteen verliefd op de muziek en zei: "Dit wil ik ook!" Hij werd toegelaten tot de opleiding Bachelor of Music en begon hij zijn lessen bij Carolyn Watkinson. Inmiddels studeert Joël bij Charlotte Riedijk en heeft hij op Codarts ook geregeld les van Roberta Alexander en Frans Huijts.

Zijn repertoire varieert van ‘Sweeter than Roses’ en ‘Music for a While’ van Henry Purcell tot liederen van Charles Ives. Joël doet vaak en met veel plezier mee aan ‘composer project weeks’: projecten waarin de compositie-studenten van Codarts nieuwe liederen componeren op teksten die zijn aangedragen door de zangers. Van 2010 tot 2015 zong Joël bij het Rotterdams Jongemannenkoor, De Coolsingers. Dit koor zingt muziek uit de middeleeuwen tot hedendaags gecomponeerde stukken van bijvoorbeeld Hayo Boerema. Vanaf het komende seizoen zal Joël actief lid zijn van de Laurenscantorij in Rotterdam, o.l.v. Wiecher Mandemaker.

Joël  volgde ook met enige regelmaat lessen aan de afdeling oude muziek van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. In 2014 en 2015 nam Joël deel aan een Summerschool naar Siena onder leiding van o.a. Michael Chance, Lynne Dawson, Daniel Taylor en Ian Partridge .

In 2014 maakte Joël zijn debuut in de opera ‘Amadigi di Gaula’ van G.F. Händel als titelrol, in Rotterdam. Kort daarna, in maart 2015 maakte hij zijn debuut in de Jurriaanse zaal van De Doelen met een solorecital.

Op dit moment is Joël zich aan het voorbereiden voor zijn eindexamen dat zal plaats vinden in juni 2016. Na Codarts wil Joël zijn studie vervolgen in het buitenland.

 

volgend concert: 12 januari 2016
Aviv Kwartet met Mozart, Tsjaikovski en Sjostakovitsj