Jurriaanse Zaal – Concertgebouw de Doelen – Rotterdam – 20:15 uur
voorprogramma: Altéide Quintet (19:30)
Liza Ferschtman (viool)
Calefax Rietkwintet:
Oliver Boekhoorn (hobo)
Ivar Berix (klarinet)
Raaf Hekkema (saxofoon)
Jelte Althuis (basklarinet)
Alban Wesly (fagot)
Maurice Ravel (1875-1937): Tzigane (1924) arr. Raaf Hekkema
Oene van Geel (1973): Miss Maier (2017 wereldpremière)
Johann Sebastian Bach (1685-1750) / Ferruccio Busoni (1866-1924): Chaconne (1720 / 1892) arr. Jelte Althuis
pauze
Eugène Ysaÿe (1858-1931): Sonate nr.2 in a voor viool solo (1923)
Prelude (‘Obsession’)
Malinconia: Poco lento
Sarabande (‘Danse des ombres’)
Les furies: Allegro furioso
César Franck (1823-1890): Sonate voor viool en piano in A (1886) arr. Raaf Hekkema
Allegretto ben moderato
Allegro-Recitativo, Fantasia
Allegretto poco mosso
voorprogramma door het Altéide Quintet:
Françaix: Blaaskwintet nr.1
Ibert: Trois pièces brèves
Liza Ferschtman
Violiste Liza Ferschtman trad de afgelopen seizoenen op in binnen- en buitenland met diverse orkesten in Europa. Ze werkte daarbij samen met dirigenten als Gianandrea Noseda, Tatsuya Shimono, Leonard Slatkin, Mendi Rodan, Lev Markiz, Yakua Yuasa, Jaap van Zweden, Christoph von Dohnányi, Frans Brüggen en Shlomo Mintz. Geboren als dochter van bekende Russische musici kreeg Liza Ferschtman haar eerste vioollessen op haar vijfde van Philip Hirschhorn. Ze volgde masterclasses bij Yvry Gitlis, Igor Oistrach en Aaron Rosand en studeerde tot 1998 bij Herman Krebbers. Daarna werkte ze met Ida Kavafian aan het gerenommeerde Curtis Institute of Music in Philadelphia, en met David Takeno in Londen. Als artistiek leider van het Delft Kamermuziek Festival is Liza naast het optreden met orkesten tevens een gepassioneerd kamermusicus. Zo trad ze de afgelopen jaren op op talrijke belangrijke podia en festivals in Europa (Risor, West Cork, Kempten Festival, Prussia Cove) en de Verenigde Staten (o.a. Ravinia Festival Chicago).
In november 2006 ontving Liza Ferschtman de Nederlandse Muziekprijs, de hoogste onderscheiding voor Nederlandse musici. In mei 2013 voerde ze op uitnodiging van het Muziekgebouw aan ‘t IJ de complete solo werken van Bach uit, een muzikale Olympus voor elke violist. Met haar vader, cellist Dmitri Ferschtman, nam ze een cd op met duo’s van Kodály, Ravel en Schulhoff. En samen met haar ouders en collega’s verzorgde ze op 10 januari dit jaar in de serie van de Rotterdamse Kamermuziekvereeniging in de Doelen een programma rond Sjostakovitsj.
Calefax Rietkwintet
De vijf rietblazers van Calefax brengen al meer dan drie decennia in binnen – en buitenland programma’s met virtuoos spel, briljante arrangementen en frisse podium-presentatie. Daarmee inspireren zij wereldwijd jonge blazers die in hun voetsporen treden. Calefax is een klassiek ensemble met een popmentaliteit. Calefax voert arrangementen en nieuwe composities uit, kamermuziek van 1100 tot nu. Componisten uit de hele wereld schrijven speciaal voor hen. Dankzij de talloze reizen en samenwerkingen met andere musici staan ze daarbij open voor invloeden uit de wereldmuziek, jazz en improvisatie. Via Calefax Edition verspreidt de bladmuziek van zijn arrangementen zich wereldwijd en ontstaan alom nieuwe rietkwintetten. Met masterclasses en workshops aan conservatoria en universiteiten draagt Calefax zijn specifieke werkwijze en muzikale ervaring over op nieuwe generaties, zoals op het jaarlijkse PAN-festival.
Calefax werkt veelvuldig samen met musici en kunstenaars uit andere disciplines, zoals pianisten Jean-Yves Thibaudet, Ivo Janssen en Michiel Braam, violisten Liza Ferschtman en Claude Chalhoub, zangeressen Lenneke Ruiten, Christianne Stotijn, Helena Rasker, Nora Fischer, Cora Burggraaf en Denise Jannah, trombonist Christian Lindberg, Tony Overwater Trio, Cappella Amsterdam, Danel Kwartet, Zapp4, Nederlands Kamerkoor, trompettisten Eric Vloeimans en Marco Blaauw, slagwerker Arnold Marinissen, klarinettist Kinan Azmeh, choreografen Boukje Schweigman en Sanne van der Put en videokunstenaars Jaap Drupsteen en Wouter van Reek. Ook was Calefax te horen op de soundtrack van de film De nieuwe wildernis (2013). Calefax won onder meer de Philip Morris Kunstprijs in 1997, de Kersjes van de Groenekan Prijs in 2001 en de VSCD-prijs Klassieke Muziek in 2005. In 2012 werd Calefax ook bekroond met de Duitse Junge Ohren Preis voor de muzikale familievoorstelling De Muziekfabriek, in co-productie met Oorkaan. Concertreizen brachten de groep onder andere in Rusland, China, India, Turkije, Japan, Zuid-Afrika, Brazilië en de VS. In januari 2013 had Calefax de eer om Koningin Beatrix te begeleiden op haar staatsbezoeken aan Brunei en Singapore.
Knipoog naar zigeunermuziek
Het verleidelijke en temperamentvolle Tzigane (1924) behoort tot de bekendere werken van Maurice Ravel. Het stuk lijkt een knipoog van de geboren Bask aan buurland Spanje en is een jaar jonger dan de hypnotiserende Boléro. In deze speelse rapsodie maakt Ravel aardige verwijzingen naar de zigeunermuziek, vandaar dat hij haar oorspronkelijk schreef voor viool en luthéal (piano met registers) of piano, om zo een speciaal klankeffect te creëren. Ravel componeerde het stuk voor de Hongaarse violiste Jelly d’Arányi, een achternicht van de van oorsprong Hongaarse violist Joseph Joachim. Zij gaf onder meer recitals samen met Bartók in Londen en Parijs, en speelde in 1924 ook de Londense première van Tzigane. Het arrangement van vanavond stamt van Raaf Hekkema, saxofonist van Calefax.
Oene van Geel en Vivian Maier
Van het tweede werk in dit concert is de inkt nog nauwelijks opgedroogd: Miss Maier, voor viool en rietkwintet. Het vloeide uit de pen van de Nederlandse violist en componist Oene van Geel (1973) en beleeft vanavond zijn wereldpremière. Oene van Geel combineert in zijn vioolspel en composities invloeden van jazz, klassieke kamermuziek en vrije improvisatie en laat dat horen in zijn optredens in Europa, India, de VS en Canada. Daarbij treedt hij geregeld op met zijn eigen ensembles, Zapp4, Estafest, The Nordanians, Haanstra & van Geel en als duo met Matteo Mijderwijk, maar ook met andere musici. Oene van Geel won onder meer de Boy Edgar Award (2013), de Sena Performers Toonzetters Award (2012, met Zapp4), de Kersjes Award (2005, met Zapp4), de Deloitte Jazz Award (2002), Dutch Jazz Competition (2001) en de Jur Naessens Music Award (2000). Over het ontstaan van zijn compositie Miss Maier schreef Oene van Geel:
‘In de voorbespreking die ik met Liza had over welke richting het stuk voor Calefax en haar op zou kunnen gaan vonden we het beiden een spannend idee als we vanuit buiten-muzikale inspiratie zouden vertrekken. Zelf ben ik een groot liefhebber van fotografie en Liza noemde daarop onder andere het werk van Vivian Maier. We waren ruim op tijd met de planning en ik legde de ideeën eerst in de week.
Op een avond belandde ik middenin een boeiende documentaire op Ned3 over het leven van een fotografe die haar hele leven nooit iets gepubliceerd had maar wel duizenden foto’s had gemaakt. Ze was haar hele leven kinderoppas geweest. Iemand had na haar dood op een veiling haar inboedel gekocht en daar bleken massa’s negatieven bij te zitten met: veelal fantastische straatfotografie uit Amerika (vooral uit de jaren ’60 en ’70) en markante zelfportretten in datzelfde straatbeeld. Ik kreeg een vermoeden en ja: het ging over Vivian Maier!’
‘Haar fotografie sprak me meteen aan maar nog spannender vond ik haar levensverhaal.
Ze begon als een liefhebbende ‘nanny’ die haar oppaskinderen op sleeptouw nam naar achterstandswijken, jaarmarkten, slachthuizen en wat je ook maar kan verzinnen. Altijd met de camera in haar hand. Ze woonde altijd bij de mensen waarvoor ze werkte en sleepte in het verloop van de jaren steeds meer ramvol gevulde koffers met zich mee. Ze ging zich ook steeds excentrieker gedragen en werd steeds zonderlinger en onhandelbaarder.
Een dramatisch hoogtepunt uit de documentaire is het moment waarop een vrouw vertelt over hoe ze Vivian moest ontslaan nadat ze zich buitensporig had gedragen. Met pijn in haar hart, want ze hield ook van Vivian.’
‘Haar leven komt ten einde als ze aan zee woont in een klein appartementje, gehuurd door twee mannen waarop ze vroeger paste. Hier en daar maakte ze nog een kort praatje met haar buurtbewoners maar evengoed zocht ze tussen het afval nog naar iets eetbaars.
Alle mensen die in de documentaire over haar spreken zijn het er over eens. Vivian Maier was een zeer eigenzinnig mens. Als eerbetoon aan haar leven en werk heb ik dit stuk geschreven.’
Busoni eert Bach
In een concert met mythische vioolmuziek en bewerkingen kon één componist moeilijk ontbreken: Johann Sebastian Bach. De man die rond 1720 zijn legendarische Sonates en Partita’s voor viool solo op papier zette. De Partita nr.2 in d is vooral beroemd geworden vanwege haar Chaconne, die als vijfde deel met haar abnormale lengte van 257 maten en haar ongebreidelde fantasie een duizelingwekkend zwaartepunt vormt. Brahms bewerkte het stuk zelfs voor piano linkshandig. Maar, beweerde hij, wanneer hij Bachs Chaconne voor viool solo zelf had moeten componeren, zou hij zo geschokt zijn geweest en zo opgewonden dat hij gek zou zijn geworden. Ook de Italiaanse componist-pianist Ferruccio Busoni (1866-1924) waagde zich aan een hoogst virtuoze bewerking voor piano. Hier klinken Bachs en Busoni’s noten echter opnieuw bewerkt in een versie van Jelte Althuis, basklarinettist van Calefax.
Eugène Ysaÿe: antwoord op Bach
Het vierde werk op het programma is van de eminente Belgische violist en componist Eugène Ysaÿe. Hij was net als César Franck afkomstig uit Luik en een vioolleerling van Wieniawski en Vieuxtemps in Brussel en Parijs. En op zijn beurt maakte Eugène Ysaÿe weer school met talloze gerenommeerde leerlingen aan het Brusselse conservatorium. Hij was ook de privé-vioolleraar van de Belgische koningin Elisabeth, die in 1951, twintig jaar na Ysaÿe’s dood, een muziekconcours voor viool oprichtte dat aanvankelijk Ysaÿe’s naam droeg, maar naderhand Koningin Elisabethwedstrijd werd genoemd. Ysaÿe onderhield contact met de muzikale groten der aarde van weleer. In Keulen ontmoette hij in 1879 Joseph Joachim, de man voor wie Brahms drie jaar eerder zijn Vioolconcert schreef. Ysaÿe speelde er Beethovens Vioolsonate in c met Clara Schumann aan de piano. Vier jaar later ontmoette hij bij zijn optreden in Parijs César Franck, Ernest Chausson en Vincent D’Indy. Franck droeg later zijn Vioolsonate op aan Ysaÿe en Chausson zijn sensuele Poème. Ysaÿe genoot internationale faam als Bachvertolker in een tijd dat dat nog een zeldzaamheid was en verzorgde vele premières van toen moderne muziek van Saint-Saëns, Franck, Fauré, Lekeu en Debussy. Legendarische pianisten met wie Ysaÿe optrad waren Anton Rubinstein, Raoul Pugno, Busoni, Rachmaninov en Alfred Cortot.
De Zes sonates voor viool solo opus 27 behoren naast werken van Bach, Reger en Hindemith tot het beste van het repertoire voor viool solo. Bach heeft met zijn verpletterende solowerken latere generaties componisten langdurig ontmoedigd. Zo ook Ysaÿe. Pas na het horen van een Bachrecital door violist Joseph Szigeti omstreeks 1924 voelde hij zich in staat tot een dergelijke onderneming. In enkele weken tijd voltooide hij het zestal, intussen Bachs invloeden van zich afschuddend. Voor iedere sonate koos hij een destijds levende violist als artistiek uitgangspunt, voor de Tweede sonate Jacques Thibaud (1880-1953). Ze bestaat uit vier contrasterende delen met elk een omineuze ondertitel. Zoals ‘Obsession’ waar twee thema’s om de voorrang vechten: het Dies irae-motief over de Dag des Oordeels uit de gregoriaanse dodenmis, en de Preludio uit Bachs Vioolpartita in E, waarmee Thibaud iedere dag begon. In zichzelf gekeerd en melancholiek klinkt het tweede deel, ‘Malinconia’, met zijn fraaie dubbelgrepen en waarin het Dag des Oordeels-motief weer terugkeert. Verrassend zijn de getokkelde tonen aan het begin van de Sarabande, die verderop uitmondt in doedelzakachtige klanken en nieuwe omspelingen van het Dies irae-thema met plotse virtuositeit. Met een welhaast duivelse krachttoer besluit de sonate, ‘Les Furies’ (mythologische wraakgodinnen) in Allegro furioso-tempo en met overheersende sul ponticello-techniek. En met opnieuw het onheilspellende thema van de Dag des Oordeels.
César Franck tussen Bach en Wagner
Een andere beroemde première was in 1886 in Parijs die van de beroemdste vioolsonate van Franse bodem: de Vioolsonate van César Franck. Uitvoerenden waren de vermaarde violist Eugène Ysaÿe en pianist Camille Saint-Saëns. De uitvoering van een vioolsonate was een zeldzaamheid in het land van frivole theatervoorstellingen en balletten. Franck, Saint-Saëns en Fauré waren roependen in de Franse woestijn als het ging om kamermuziek. De kracht van Francks Vioolsonate de mix van contrapunt (Bach) en chromatiek (Wagner) én het overkoepelend cyclisch principe. In ons land was Hendrik Andriessen de grote apostel van de muziek van Franck. Als organist, dirigent, leraar, maar ook als schrijver (in 1941 verscheen zijn boek over Franck in de Symphonia-reeks) heeft hij Francks muziek steeds liefdevol gepropageerd. Na een pianorecital met Schubert en Franck door Hendriks broer Willem Andriessen in Haarlem in 1908 riep Hendrik naar een jeugdvriend: ‘Franck, jongen, Franck, dat is om te huilen, te huilen.’ Vanavond hoort u de Vioolsonate van César Franck in een arrangement van Raaf Hekkema, saxofonist van Calefax.
Clemens Romijn
(met dank aan Oene van Geel)
Altéide Quintet
Wendy Vo Cong Tri (fluit)
Katharina Kauruff (hobo)
Alexandre Milliou (klarinet)
William McNeill (hoorn)
Marlene Schwärzler (fagot)
Jean Françaix: Quintette No 1
Jaques Ibert: Trois pièces brèves
Formed as part of their regular studies at Codarts University, Rotterdam in 2016, the Altéïde Quintet quickly set their sights beyond their academic requirements and towards performing at regular concerts and competitions.
Altéïde Quintet’s members all play in various youth orchestras or academies and are already gaining experience in renowned professional orchestras. Having previously played together in different contexts, the five friends fuse their individual talents and different musical traditions together with a particularly energetic spirit and fluid musical communication to form the unique Altéïde character.