7 januari 2020: Ebonit Saxophone Quartet

Concertgebouw de Doelen, Jurriaanse Zaal
Kamermuziekvereeniging Rotterdam
dinsdag 7 januari 2020, 20.15 uur
voorprogramma om 19.30: trio fluit, altviool en harp

Ebonit Saxophone Quartet
Alberto Tárraga Alcañiz – sopraansaxofoon
Dineke Nauta – altsaxofoon
Mateusz Pusiewicz – tenorsaxofoon
Paulina Marta Kulesza – baritonsaxofoon


Van Wolfgang tot Whalley

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791): Strijkkwartet nr.4 in C KV157 (1772)
Allegro – Andante – Presto

Felix Mendelssohn 1809-1847
Ouverture Die Hebriden opus 26 (1832) *

Claude Debussy (1862-1918): Divertissement (1882)

Leoš Janáček (1854-1928): In de nevel / V mlhách (1912) *
Andante – Molto adagio – Andantino – Presto

Richard Whalley (1974): Refugees Welcome (2017) **

Jean Rivier (1896-1987): Grave et Presto *

* gearrangeerd door Ebonit Saxophone Quartet |
** gecomponeerd voor Ebonit Saxophone Quartet


Ebonit Saxophone Quartet
Het Ebonit Saxophone Quartet is in 2011 opgericht aan het Conservatorium van Amsterdam. De vier muzikanten uit Polen, Nederland en Spanje maakten al snel naam in Nederland en Europa, en speelden op festivals in Manchester, in Bologna, Verbier, Heidelberg, Schleswig-Holstein, op het Holland Festival, Wonderfeel Festival en Oranjewoud Festival. Het Ebonit Quartet won eerste prijzen op de Ottomani-wedstrijd, de Who’s Next International Chamber Music Competition, de Storioni-wedstrijd en de Orlando-wedstrijd. In seizoen 2016/2017 toerde het kwartet door Nederland als laureaat van de competitie Dutch Classical Talent. Momenteel toert het kwartet met het muziektheaterprogramma voor kinderen ‘Het pleintje van Meneer Sax’ van Stichting Oorkaan. Na samen te hebben gestudeerd bij Arno Bornkamp in Amsterdam, studeerde het kwartet af aan de Nederlandse String Quartet Academy (NSKA) bij Marc Danel, Stefan Metz en Sven Arne Tepl. Het debuutalbum van het Ebonit Quartet ‘The Last Words of Christ’ werd genomineerd voor de Edison Klassiek 2016 in de categorie Het Debuut. De tweede cd ‘Arabesque’ (2018) werd in de Volkskrant beschreven als ‘pure magie’.

Vader en zoon Mozart in Milaan
Een muziekliefhebber die tussen 1765 en 1780 graag het wonderkind Mozart aan het werk wilde zien, klopte meestal vergeefs aan bij het aartsbisschoppelijke paleis in Salzburg. Wolfgang speelde sinds zijn negende wel (maar onbetaald!) als violist in de hofkapel waarin ook zijn vader speelde, maar de helft van de tijd was hij op reis. Jarenlang was de familie Mozart onderweg door Europa, van Pressburg tot Parijs, van Napels tot Londen. Leopold liet Wolfgang optreden voor de keizerlijke familie in Wenen, voor de koningen van Frankrijk en Engeland en in de paleizen van de geestelijke en wereldlijke adel van Europa. Drie maal reisden vader en zoon naar Italië, het land met de nieuwste modes op muziekgebied, en vooral, opera. In Italië componeerde Mozart symfonieën, twee opera’s en geestelijke werken. Ongeveer samen met de opera Lucio Silla ontstond in Milaan ook het vroege driedelige Strijkkwartet nr.4 in C KV157 (1772), het werk van een jongen van zestien.

Felix Mendelssohn en de Hebriden
Ook de vader van Felix Mendelssohn was nauw betrokken bij de ontwikkeling van zijn zoon. Na de leerjaren bij Carl Friedrich Zelter stuurde hij hem op reis langs de belangrijkste muzikale centra van Europa. Zo werd Mendelssohn op zijn twintigste in Londen onthaald als het nieuwe genie. En hij was zelf verrukt van het land. Met zijn kameraad Klingemann toog hij naar Schotland en maakte hij een excursie naar de Hebriden. Dat Mendelssohn zeer onder de indruk was van de machtige basaltformaties en de atmosfeer van de Hebriden is duidelijk hoorbaar uit de hier gespeelde ouverture. Met zijn meesterlijke penseel laat hij in de openingsmaten de eilanden opdoemen uit de mist en maakt hij golven en wind haast voelbaar. Een fascinerend landschapsbeeld in tonen.

Claude Debussy op reis
Claude Debussy was nog maar achttien (in 1880) toen hij afzwaaide van het Parijse conservatorium. Zijn muzikale wereld bestond toen nog uit componisten uit zijn eigen kring: Massenet, Lalo, Chabrier, Gounod, Bizet en Fauré. Zijn weg naar compositorische vrijheid vond hij later via Moesorgski, Wagner, het gregoriaans en Aziatische muziek. De muziek van Wagner hoorde Debussy pas bij de Bayreuther Festspiele van 1888. Maar zover was het nog niet. In de twee jaren na zijn afstuderen, was hij ’s zomers ‘voorspeler’ en pianoleraar van Tsjaikovski’s penvriendin Nadjezjda von Meck en haar kinderen. Daarvoor reisde hij ‘s zomers met haar familie naar Oekraïne, Florence, Wenen en het zuiden van Frankrijk. Het hier uitgevoerde Divertissement geeft een indruk van Debussy’s stijl van die tijd, en van de muziek die hij samen met mevrouw Von Meck en haar kinderen speelde.

Leoš Janáček ‘In de nevel’
Wie ooit de prachtige film The unbearable lightness of being van Philip Kaufman naar het boek van de Tsjechische schrijver Milan Kundera heeft gezien, heeft bewust of onbewust muziek van Leoš Janáček gehoord. Met zijn muziekstijl geïnspireerd door natuurgeluiden en de menselijke spraak, zit Janáček zijn luisteraars voortdurend op de huid en knaagt hij aan hun ziel. Dat is ook het geval bij zijn autobiografische pianowerk ‘In de nevel’. Janáček schreef het stuk in 1912 in zijn woonplaats Brno, ver af van de grote wereldpodia van Wenen, Londen en Parijs. Hij werd bevangen door de vrees en frustratie dat hij in volkomen vergetelheid zou sterven, zonder dat zijn expressieve pennenvruchten ooit het grote publiek zouden bereiken. Daarover gaat ‘In de nevel’. Over een componist die niet meer in zichzelf gelooft, zijn werk waardeloos vindt en in het duister tast naar erkenning en berusting.

Richard Whalley verwelkomt de vluchtelingen
‘Dit werk, Refugees Welcome, is mijn reactie op de politieke omwentelingen in Engeland en de VS in 2016, die me diep geschokt hebben. Vooral doordat immigranten en vluchtelingen de zondebok zijn gemaakt van problemen waar delen van de pers en het politieke establishment geen controle over hebben. Ik wil niet in een wereld leven waarin we ons niet inleven in hun benarde toestand, of hen niet verwelkomen in onze samenleving, of hen op een zinvolle manier laten bijdragen. We zullen nooit de problemen van de wereld oplossen door de mensenrechten en behoeften van mensen de rug toe te keren. De titel is ontleend aan graffiti op een brug op een fietspad in de buurt waar ik woon in Manchester, een titel waaruit ik troost put. Ik haal ook veel hoop uit verhalen van mensen in verschillende landen die vluchtelingen hebben opgenomen in hun huizen en gemeenschappen, en ook uit het werk van organisaties zoals Music Action International, die kansen bieden aan vluchtelingen en overlevenden van foltering om muziek te maken via groepen zoals de ongelooflijke Stone Flowers.’ Aldus de toelichting van de Britse componist en pianist Richard Whalley over Refugees Welcome, speciaal geschreven voor het Ebonit Saxophone Quartet.

Pleidooi voor Jean Rivier
Het laatste werk op het programma is van de vergeten Franse componist Jean Rivier, een vertegenwoordiger van het neo-classicisme, net als zijn tijdgenoten Darius Milhaud en Francis Poulenc. Rivier was van 1948 tot 1966 docent compositie aan het conservatorium van Parijs, een post die hij enkele jaren deelde met Darius Milhaud. Hij liet ongeveer tweehonderd composities na, waaronder dit sprankelende Grave et Presto van een minuut of acht. Rivier combineert hier heldere zangerigheid en kwieke ritmes met jazz-invloeden, totdat hij de spelers opjaagt in een indrukwekkende versnelling die het speelse werk tot zijn einde brengt.

Clemens Romijn


voorconcert om 19:30: trio fluit, altviool en harp

Federico Altare (fluit)
Bart Folkers (altviool)
Lisa de Bruycker (harp)

Maurice Ravel (1875-1937): Sonatine en Trio
I Modéré
II Mouvement de Menuet

Claude Debussy (1862-1918): Sonate pour flûte, viola et harpe
I  Pastorale (Lento, dolce rubato)
II Interlude (Tempo di Minuetto)
III Finale (Allegro moderato ma resoluto)


volgend concert: dinsdag 18 februari 2020
Jerusalem Quartet speelt Mozart, Korngold en Beethoven