Kamermuziekvereeniging Rotterdam
Concertgebouw de Doelen, Jurriaanse Zaal
dinsdag 7 november 2023 om 19:30 (voorprogramma), 20:15 uur (hoofdprogramma)
voorprogramma: Essenza Ensemble (19:30)

Van Baerle Trio
Hannes Minnaar (piano)
Maria Milstein (viool)
Gideon den Herder (cello)
Franz Liszt (1811-1886): Pianotrio ‘Tristia’ (1855/1880)
Johannes Brahms (1833-1897): Pianotrio nr. 2 in C opus 87 (1880-1883)
Allegro moderato
Andante con moto
Scherzo: Presto
Finale: Allegro giocoso
pauze
Franz Schubert (1797–1828): Pianotrio nr. 1 in Bes D 898 opus 99 (1827)
Allegro moderato
Andante un poco mosso
Scherzo: Allegro–Trio
Rondo: Allegro vivace
Van Baerle Trio
Het Van Baerle Trio is in 2004 opgericht door pianist Hannes Minnaar, violiste Maria Milstein en cellist Gideon den Herder. De naam verwijst naar de Van Baerlestraat in Amsterdam waar de drie musici studeerden aan het Conservatorium.
Na het winnen van het Vriendenkrans Concours in het Concertgebouw in 2011 is het trio veelvuldig opgetreden in deze zaal. Daar werd het trio genomineerd voor de ECHO Rising Stars 2013/14, waarop een tour volgde langs belangrijke Europese zalen in Wenen, Londen, Parijs, Barcelona en Keulen. Eerder was het Van Baerle Trio winnaar van het ARD concours in München in 2013 en het internationale kamermuziekconcours in Lyon in 2011, bij beide tevens winnaar van de publieksprijs. In Nederland ontving het trio in 2012 de Kersjesprijs. Het Van Baerle Trio werd gevormd onder de hoede van Dmitri Ferschtman en volgde daarna lessen bij onder meer Ferenc Rados en Claus-Christian Schuster. Bijzonder inspirerend was de ontmoeting met Menahem Pressler in 2008, voor wie het trio meerdere keren voorspeelde. Sinds 2014 geven de leden van het Van Baerle Trio hun ervaring door aan een volgende generatie musici op uitnodiging van het Conservatorium van Amsterdam. De debuut-cd van het Van Baerle Trio met werken van Saint-Saëns, Loevendie en Ravel werd bekroond met een Edison Klassiek 2013. Na een tweede cd met de pianotrio’s van Mendelssohn heeft het Van Baerle Trio inmiddels de verzamelde pianotrio’s van Beethoven opgenomen, met op de laatste cd het Tripelconcert met het Residentie Orkest o.l.v. Jan Willem de Vriend.
Een zoektocht naar eeuwig geluk?
‘Wat wil ik? Wat ben ik? Wat mag ik van de natuur verwachten?…Ik voel, ik besta enkel om mezelf uit te putten in ontembare verlangens, om te verdrinken in de verlokkingen van een fantastische wereld, om daarna te verdwijnen door een zinnelijke illusie.’ Pure romantiek, deze woorden uit Sénancours roman ‘Obermann’ die aan de partituur van Franz Liszts ‘Vallée d’Obermann’ voorafgaan. Die vormt het eerste deel van zijn pianotrilogie ‘Années de pèlerinage’, over de eeuwige zoektocht van de mens en een van de vroegste voorbeelden uit de pianoliteratuur gebaseerd op een literaire inhoud. Samen met Sénancours held onderneemt Liszt een spirituele zoektocht naar het eeuwige geluk. Maar wat begint als een contemplatieve wandeltocht ontaardt in een rusteloze odyssee met een glorieuze climax, maar een korte extase. Want onmiddellijk na het vreugdevolle hoogtepunt tuimelt Liszt opnieuw de diepte in en laat hij het stuk eindigen met twee hartverscheurende akkoorden. De Belgisch-Deense componist Eduard Lassen maakte omstreeks 1880 een pianotrio-versie van Liszts pianostuk. Liszt zelf leverde een nieuwe inleiding, veranderde enkele passages en het slot, en doopte de kamermuziekversie van ‘Vallée d’Obermann’ om tot ‘Tristia’ (Treurzangen), naar de gelijknamige elegie van de Romeinse schrijver Ovidius.
Brahms op vakantie
Johannes Brahms was zevenenveertig toen hij in 1880 zijn zomervakantie doorbracht in Bad Ischl, het modieuze kuuroord nabij Salzburg, waar veel bekende Weners en vrienden elkaar troffen ter ontspanning, zoals de gevreesde muziekcriticus Eduard Hanslick en walsenkoning Johann Strauss. Hier zette hij de eerste schetsen op papier van zijn Pianotrio nr. 2 in C opus 87. Gereed voor publicatie was het stuk pas in 1883. Door het gepassioneerde eerste deel stroomt een krachtige energie, aangekondigd door het eerste thema in de twee strijkers. Maar het betoog beleeft harde dissonanten en perioden van zwaarmoedigheid en eindigt in haast symfonische grandeur. Het lyrische tweede deel is doortrokken van de nostalgie van Hongaarse volksmuziek en lijkt door de vele dubbelgrepen bij de strijkers meer te willen zijn dan een pianotrio. Na een vliegensvlug Scherzo van een minuut of vier sluit de energieke Finale het trio af. Misschien is dit wel het meest avontuurlijke deel, met zijn wonderlijke harmonische overgangen en modulaties, waarmee de bescheiden vorm voor slechts drie spelers uit haar voegen dreigt te barsten.
Schubert en de erkenning
‘In deze stad zal men maar weinig huizen vinden, waar niet iedere avond deze of gene familie zich vermaakt met een strijkkwartet, trio of een klaviersonate.’ Zo stond het in de Wiener Theater Almanach van 1794. En wie vulde zoal de lessenaars? Ludwig van Beethoven koos voor zijn eerste Weense muziekuitgaven expres kamermuziek. Dat was toen hij 22 jaar oud vanuit Bonn in 1792 in Wenen arriveerde en als eerste zijn Pianotrio’s opus 1 publiceerde. Maar vreemd genoeg wachtte die andere componist die vijf jaar later in Wenen geboren werd, Franz Schubert, tot zijn laatste jaren eer hij zijn eerste pianotrio’s op papier zette. Met een daarvan besluit dit concert.
Het artistieke leven van Schubert werd bijna letterlijk gedragen door trouwe bezoekers van informele muzikale bijeenkomsten van ‘Schubertianer’ in Wenen, de vriendenkring waarvan hij het middelpunt vormde. Dat was een club van musici, dichters, en schilders en vroegere medestudenten van het Konvikt, het keizerlijk seminarie waar Schubert zijn schooljaren doorbracht. Groot was het contrast met het openbare muziekleven van de Oostenrijkse metropool, want daarin speelde Schubert amper een rol van betekenis. Zijn muziek werd op de officiële podia zelden uitgevoerd, slechts ongeveer tien procent van zijn muziek werd tijdens zijn leven uitgegeven, en dan nog alleen in Oostenrijk. In 1825 en 1827 solliciteerde Schubert vergeefs naar de post van kapelmeester van het Kärntner-Tor-Theater. Datzelfde jaar vond ook het enige openbare concert met eigen werken van Schubert plaats. En als enige openbare loftuiting verscheen in 1826 in de Allgemeine Musikalische Zeitung in Leipzig een lovend artikel over de Pianosonate in a-klein. Het meest frappante voorbeeld van gebrek aan officiële erkenning kwam van Goethe. Toen die van Schubert een aantal liederen op zijn (Goethes) gedichten kreeg toegestuurd, bekeek hij ze amper en keurde ze af.
Het rijkste bezit
Het zijn ware hoogtepunten uit de kamermuziek van Schubert, die twee late Pianotrio’s opus 99 in Bes, hier uitgevoerd, en opus 100. In tegenstelling tot andere werken uit de laatste jaren van Schuberts leven waarin innerlijke nood en vermoedens van een naderende dood weerklinken, straalt dit Pianotrio in Bes van levensvreugde. Robert Schumann zwaaide dit stuk alle lof toe: ‘Ein Blick auf das Trio von Schubert – und das erbärmliche Menschentreiben flieht zurück und die Welt glänzt wieder frisch.’ Dit wordt des te begrijpelijker, wanneer we weten dat het openingsdeel gebaseerd is op een lied van het jaar daarvoor (1825), namelijk Des Sängers Habe. Daar heet het:
Schlagt mein ganzes Glück in Splitter
Nehmt mir alle Habe gleich
Lasset mir nur meine Zitter
Und ich bleibe froh und reich!
Clemens Romijn
voorprogramma

Essenza Ensemble
Luca Roncato (fluit)
Simon Redshaw (klarinet)
Ana Enriqueta Sánchez (viool)
Lluïsa Paredes (cello)
Nadia Tumiwa (piano)
Het Essenza Ensemble is een eclectisch ensemble waarvan de leden afkomstig zijn uit Duitsland, Australië, Spanje en Indonesië.
Het was de componist Arnold Schoenberg die deze musici in 2022 op Codarts, Rotterdam bij elkaar bracht. Hij gebruikte de fluit, klarinet, viool, cello en piano om een bewerking te maken van zijn bekende Kammersymphonie nr. 1. Naast dit baanbrekende werk uit 1906, speelt het ensemble een verzameling bewerkingen van meesterwerken uit het verleden.
Programma
Ernest Chausson (1855-1899): Concert for Violin, Piano and String Quartet, Op. 21.
Arr. Luca Roncato
2. Sicilienne
Arnold Schoenberg (1874-1951): Chamber Symphony No.1, Op.9.
Arr. Anton Webern
- Sonata. Allegro
- Scherzo
- Development
Johann Sebastian Bach (1685-1750): Ich ruf zu dir, Herr Jesu Christ, BWV 639
Arr. Lluïsa Paredes
volgend concert op dinsdag 19 december 2023: Quatuor Arod speelt Haydn, Attahir Al’Asr & Debussy