8 maart 2022: Severin von Eckardstein & vrienden

Kamermuziekvereeniging Rotterdam
dinsdag 8 maart 2022, 20.15 uur
Jurriaanse Zaal
Concertgebouw de Doelen

Severin von Eckardstein (piano)
Alexander Sitkovetsky (viool)
Franziska Hölscher (viool)
Isabelle van Keulen (altviool)
Quirine Viersen (cello)


Edward Elgar (1857-1934): Pianokwintet in a opus 84 (1918-1919)
Moderato-Allegro
Adagio
Andante-Allegro

pauze

Robert Schumann (1810-1856): Pianokwintet in Es opus 44 (1842)
Allegro brillante
In modo d’una Marcia
Scherzo: Molto vivace
Allegro ma non troppo


Severin von Eckardstein & vrienden
Vijf internationaal gerenommeerde solisten met een passie voor kamermuziek hebben hun krachten gebundeld om een pianokwintet te vormen: Severin von Eckardstein, Franziska Hölscher, Alexander Sitkovetsky, Isabelle van Keulen en Quirine Viersen zijn dit voorjaar en ook komend najaar onderweg in een tournee met een programma met pianokwintetten. Vanavond maken zij een tussenstop in Rotterdam.

Severin von Eckardstein is een van de meest vooraanstaande Duitse pianisten van zijn generatie, heeft al een lange staat van dienst als solist op grote podia over de hele wereld. Hij studeerde aan de Robert-Schumann-Hochschule in zijn geboortestad Düsseldorf, bij Klaus Hellwig aan de Hogeschool voor de Kunsten in Berlijn, en vervolgens aan de International Piano Academy Lake Como in Italië. Hij won in 2003 de eerste prijs van de Koningin Elisabeth Wedstrijd in Brussel.
Severin von Eckardstein maakte cd-opnamen van werken van Medtner, Skrjabin, Wagner, Schubert, Schumann, Debussy en Prokofjev.

Alexander Sitkovetsky verliet zijn geboorteplaats Moskou om te studeren aan Menuhin School in Engeland. Hij won de eerste prijs bij de Trio di Trieste Duo Competition samen met pianist Wu Qian en in 2016 de Lincoln Center Emerging Artist Award. Hij is oprichter van het Sitkovetsky Piano Trio, waarmee hij verschillende prijzen won, waaronder de Mecklenburg-Vorpommern Kammermusik Prijs. Met het trio trad hij op in het hele Verenigd Koninkrijk en Europa, waaronder Alte Oper Frankfurt, Concertgebouw Amsterdam en Wigmore Hall, en maakte een tournee door Azië.

De in Heidelberg geboren violiste Franziska Hölscher studeerde bij Ulf Hoelscher in Karlsruhe en Thomas Brandis in Lübeck, en voltooide haar vioolstudie bij Nora Chastain in Berlijn in 2013. Franziska Hölscher is een van de meest veelzijdige jonge musici op de internationale muziekscène van vandaag. Ze verschijnt regelmatig op alle belangrijke Duitse muziekfestivals en concerteert in heel Europa, Azië en de VS. Kamermuziek speelt zij veelvuldig met Kit Armstrong, Martin Helmchen, Severin von Eckardstein, Nils Mönkemeyer, Maximilian Hornung en Andreas Ottensamer.

Isabelle van Keulen studeerde aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam en in Salzburg aan het Mozarteum bij Sándor Végh. In 1983 won ze zilver in het Yehudi Menuhin Concours in Folkstone, en in 1984 won ze het Young Musician of the Year Concours in Genève. Ze werd uitgenodigd voor tournees door Europa, de VS en Japan. In 1990 maakte ze haar solistisch debuut op altviool in Harold en Italie met het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van Edo de Waart. Isabelle van Keulen heeft opgetreden met de vooraanstaande orkesten in Europa en de VS en was artistiek directeur van het Delft Chamber Music Festival van 1997 tot 2006.

Quirine Viersen kreeg haar eerste lessen van haar vader Yke Viersen, cellist in het Koninklijk Concertgebouworkest. Ze studeerde cello aan het Conservatorium van Amsterdam, bij Jean Decroos en Dmitri Ferschtman en bij Heinrich Schiff aan de Universität für Musik und Darstellende Kunst ‘Mozarteum’ in Salzburg waar ze in 1997 afstudeerde. In 1994 was Quirine Viersen de eerste Nederlandse prijswinnaar op het Tsjaikovski Concours en ontving zij tevens de Nederlandse Muziekprijs. In 2000 won zij de Young Artist Award van de Credit Suisse Groupe. Quirine Viersen trad op met vele orkesten in Nederland, Europa en daarbuiten.


Een overrompelend kwintet
1934 is een van de meest tragische jaartallen uit het Engelse muziekleven. De Britten betreurden toen de dood van maar liefst drie van hun laat-romantici: Edward Elgar, Gustav Holst en Frederick Delius. De grootste leegte liet Elgar na. Hij wordt nog steeds beschouwd als de eerste grote Engelse componist na Purcell en Händel en de sterkste muzikale persoonlijkheid van rond 1900. Elgar zette Engeland twee eeuwen na de dood van Purcell weer op de muzikale wereldkaart. Hoewel hij de woordvoerder was van een tijdperk dat tegen zijn einde liep (romantiek), noemde vriend en generatiegenoot Richard Strauss hem ‘de belangrijkste progressieve Engelse musicus’. En over Elgars bekendste werk, de Enigma Variaties, oordeelde de Engelse musicoloog Michael Kennedy: ‘de beste compositie ooit door een Engelsman geschreven.’ In nagenoeg al zijn werken weerklinkt die speciale milde melancholie zoals alleen Elgar die aan het papier kon toevertrouwen.

De componist was eenenzestig toen hij in 1918 zijn Pianokwintet opus 84 componeerde, een werk dat zelden te horen is in ons land. Elgar vond er de rust voor toen hij in het laatste jaar van de Eerste Wereldoorlog vanuit het drukke Londen met zijn gezin naar een cottage in Yorkshire was verhuisd.

Bernard Shaw schreef aan Elgar dat hij zijn Pianokwintet net zo’n overrompelend stuk vond als Beethovens Ouverture Coriolan. Vanaf het begin is er onrust van liggende octaven in de piano en onrustige pizzicati bij de strijkers, maar het gewoel neemt toe en de rollen raken omgekeerd. Het tweede langzame thema is geheimzinnig en geïnspireerd door een legende dat de dode bomen bij Elgars cottage Spaanse monniken waren die zich overgaven aan satan en voor straf door de bliksem werden getroffen. In deel twee wisselen lieflijke en stormachtige sferen elkaar spannend af. En het laatste deel is opnieuw robuust en vol vaart zoals het begin van het kwintet, en herinnert aan de stijl van Schumanns Pianokwintet. Toen een recensent dat schreef antwoordde Elgar droog: ‘Merk op dat ik de titel van Schumann heb overgenomen – dat zou u tevreden moeten stellen.’


Romantiek uit Leipzig
Dan muziek van zo’n tachtig jaar eerder, van 1842, het jaar dat voor Robert Schumann grotendeels in het teken van de kamermuziek. Hij bestudeerde toen intensief kamermuziek van Haydn, Mozart en Beethoven, en stortte vervolgens het ene na het andere bevlogen werk op papier schreef: zijn Pianokwintet, Pianokwartet, de Fantasiestücke opus 88 voor pianotrio en de drie Strijkkwartetten opus 41. Clara Schumann verzorgde de première van het Pianokwintet in Leipzig in 1843 en nam het werk mee op haar tournee door Rusland in 1844. Robert was ook toen aan haar zijde en werd overvleugeld door het succes van zijn vrouw. Het werk opent met een plotse uitbarsting van energie en levenslust, lijkt een groet aan Schubert te brengen in de prachtige treurmars vol duistere sferen, is adembenemend in het wervelende scherzo en brengt de musici triomferend naar de eindstreep in de fiere finale.

Clemens Romijn


volgend concert: dinsdag 29 maart 2022
Animato Kwartet & duo Inui-Varvaresos spelen Schubert, Penderecki en Chausson