Concertgebouw de Doelen, Jurriaanse Zaal
dinsdag 26 november 2024, 20:15 uur
voorprogramma om 19:30:
Meccore Quartet
Wojciech Koprowski (viool)
Judyta Kluza (viool)
Michał Bryła (altviool)
Marcin Mączyński (cello)
Thomas Beijer (piano)
Juliusz Zarebski (1854-1885): Pianokwintet in g opus 34 (1885)
Allegro
Adagio
Scherzo: Presto
Presto
Thomas Beijer (1988): Five Ink Drawings for string quartet (2024)
Improvisation with scratchy quills
Nightscape with masking fluid stars
A portrait in fine lines
Pitch black blotches
Rain sketch with bleeding ink
pauze
Johannes Brahms (1833-1897): Pianokwintet in f opus 34 (1866)
Allegro non troppo
Andante, un poco adagio
Scherzo & Trio: Allegro
Poco sostenuto-Allegro non troppo
Meccore String Quartet
Het Poolse Meccore String Quartet bestaat sinds 2007 en is een graag geziene gast op de podia in Europa, Canada en de VS. Tijdens hun tournees verschijnen de musici op de belangrijkste muziekfestivals zoals het Rheingau, Mecklenburg-Vorpommern, Heidelberg Frühling, Kissinger Sommer, Radio France Montpellier en de Bregenzer Festspiele.
Het ensemble had de eer om als allereerste Pools strijkkwartet op te treden tijdens de ceremonie ter herdenking van de Holocaust in de Duitse Bondsdag. Tweede violiste Aleksandra Bryła wordt vanwege zwangerschapsverlof vervangen door Judyta Kluza, die al vaker met het kwartet optrad. Het Meccore String Quartet won vele prijzen tijdens prestigieuze kamermuziekcompetities, onder meer in 2012 in Londen, in 2011 in Reggio Emilia en in 2010 bij het Max Reger Internationaal Kamermuziek Concours in Sondershausen. Het kwartet studeerde met het Artemis Kwartet aan de Universität der Künste in Berlijn, in de Muziekkapel Koningin Elisabeth in Brussel en bij Günter Pichler aan Escuela Superior de Música Reina Sofía in Madrid. De meest recente cd (2023) van het ensemble is gewijd aan de kamermuziekwerken van Krzysztof Penderecki en kreeg lovende kritieken van internationale critici.
Thomas Beijer, piano
Met het winnen van het Young Pianist Foundation Nationaal Pianoconcours in 2007, plaatste Thomas Beijer zich in de top van een nieuwe generatie jonge pianisten in Nederland. In 2022 ontving hij de Nederlandse Muziekprijs. Hij studeerde bij Jan Wijn aan het Conservatorium van Amsterdam en sloot in 2011 zijn Masterstudie af met de hoogste onderscheiding. In 2007 won hij het YPF Nationaal Pianoconcours. Thomas Beijer geeft sinds zijn tiende recitals in Europa en Azië, en speelde onder meer pianoconcerten van Mozart, Beethoven, Brahms, Grieg, Franck, Ravel, Gershwin en Adams. Thomas Beijer is een veelzijdig musicus met een breed repertoire en een grote passie voor kamermuziek. Ook ontplooit hij zich als schrijver, tekenaar en componist, onder meer van zijn nieuwste werk Five Ink Drawings for String Quartet, dat vanavond klinkt.
Een onbekende zwanenzang
Dit bijzondere programma opent met muziek van de Pools-Oekraïense componist en pianist Juliusz Zarębski (1854–1885). Hij stamde uit Zjitomir in het huidige Oekraïne. Na de eerste pianolessen van zijn moeder studeerde hij vanaf 1870 aan het conservatorium van de Gesellschaft der Musikfreunde in Wenen. In 1874 werd hij in Rome een leerling van Franz Liszt, die hem beschouwde als een van zijn favoriete leerlingen. De muziek van Juliusz Zarębski heeft wel verwantschap met die van Chopin en Liszt, en vond veelal inspiratie in de gedichten van Adam Mickiewicz en Włodzimierz Wolski.
Zarębski ging geregeld op tournee door Europa met zijn vrouw, de Duitse pianiste Johanna Wenzel, en speelde onder meer op de Exposition Universelle in Parijs in 1878. Tuberculose dwong Zarębski zijn carrière als pianist te staken, maar de laatste twee jaar van zijn leven bleef hij lesgeven aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel, waaraan hij sinds 1880 verbonden was. In die tijd schreef hij zijn bekendste werken, zoals Les roses et les épines. Juliusz Zarębski stierf in zijn geboorteplaats Zjitomir. Het vanavond gespeelde omvangrijke cyclische Pianokwintet in g opus 34 uit zijn sterfjaar vertoont invloeden van Johannes Brahms en César Franck en wordt beschouwd als het hoogtepunt van het oeuvre van Juliusz Zarębski.
Vijf inkttekeningen voor strijkkwartet
Hierna klinkt strijkkwartetmuziek van Thomas Beijer, geschreven op verzoek van het Meccore String Quartet, Five Ink Drawings, en door hem zelf toegelicht. ‘Het zijn vijf stukken die ik vanwege de zware last van de traditie geen strijkkwartet noem. Ze zijn gebaseerd op tekeningen die alleen in mijn hoofd bestaan, muzikale verklankingen van tekentechnieken, texturen en contrasten. Improvisation with scratchy quills (kroontjespennen) doet denken aan de illustraties van Quentin Blake bij Roald Dahl. Ogenschijnlijk krasserig en rommelig maar heel expressief en levendig. Nightscape with masking fluid stars klinkt als het visuele effect van maskeervloeistof, een soort Nocturne met pizzicati met omringende gloed. A portrait in fine lines is geschreven met in het achterhoofd de mooie tekeningen van Picasso, met die vloeiende lijnen, en als contrast met de eerste twee delen die iets bedwelmends en weelderigs hebben in hun harmonie. Pitch black blotches is een gitzwart en woest soort scherzo. En Rain sketch with bleeding ink is weer een langzaam deel, inkt met water erbij, maar meer water zodat het echt uitvloeit. Ik vond het leuk om te bedenken hoe uitvloeiende inkt voor strijkkwartet zou klinken.’
Ten slotte Brahms
Het strenge en emotioneel overbeladen Pianokwintet in f-klein uit 1866 van Johannes Brahms heeft een lange voorgeschiedenis gehad, want het begon als een kwintet voor strijkers en had nog een zijspoor in de Sonate voor twee piano’s opus 34a. De versie voor strijkers heeft Brahms vermoedelijk zelf verscheurd, toen zijn goede vriend Joseph Joachim vond dat het werk te bruusk en weerbarstig was. Toch is het Pianokwintet een zeer machtige en tegendraadse brok muziek gebleven, grootser en nog meer geconcentreerd en doorwrocht dan het Pianokwartet in g-klein. Met name de twee snelle hoekdelen zijn een schouwtoneel van dramatiek en verscheurdheid. Hier vechten de thematische lijnen om de aandacht van de luisteraar en bespeurt men ook Brahms’ worsteling met de materie. En ook de rust in het schijnbaar intieme tweede deel wordt stelselmatig ondergraven door een gewoel van middenstemmen en weerspannige ritmen. Hermann Levi, op wiens instigatie Brahms het stuk omwerkte voor strijkkwartet met piano, vond na de voltooiing: ‘een model van klankschoonheid, een lafenis voor iedere liefhebber, een meesterlijk stuk kamermuziek, zoals wij er geen tweede kennen sinds de dood van Schubert.’
Clemens Romijn
volgend concert dinsdag 18 februari 2025: Belinfante Quartet speelt programma ‘Parallel 40’