Kamermuziekvereeniging Rotterdam
dinsdag 9 november 2021, 20:15 uur
Jurriaanse Zaal
Concertgebouw de Doelen
Metamorphoses
Ilona Timchenko (piano)
Jean Johnson (klarinet)
Roeland Jagers (altviool)
Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791): Trio in Es ‘Kegelstatt’ KV 498 (1786)
Andante
Menuetto & Trio
Rondo: Allegretto
Max Bruch (1838-1920): drie stukken uit Acht Stücke opus 83 (1910)
Theo Loevendie (*1930): ‘Metamorph’ (2020) nieuw werk in opdracht van Metamorphoses
Leo Smit (1900-1943): Trio (1938)
Allegretto
Lento
Allegro vivace
Jean Françaix (1912 –1997): Trio (1997)
Preludio: Largo
Allegrissimo
Scherzando
Largo
Presto
Metamorphoses
Metamorphoses is een nieuw ensemble van internationale musici van wereldklasse, opgericht in 2016. En met een zeldzame maar prachtige combinatie van klarinet, altviool en piano. Hier doorkruist het trio de eeuwen, van vertrouwde Mozart via onweerstaanbare Français tot zinderende Theo Loevendie van vandaag. De pianiste van het ensemble, Ilona Timtsjenko, won in 2007 de eerste prijs in de Third Abstract Securities Landor Competition en bracht in 2009 haar eerste bejubelde cd uit. Na haar succesvolle debuutrecital in 2010 op het festival Unione Musicale trad ze op op festivals in Nederland, Spanje, Frankrijk en Rusland met artiesten als Rivka Golani, Mark Lubotsky, Philippe Graffin, bariton Wolfgang Holzmair en het Elias Quartet. Klarinettiste Jean Johnson is een internationaal bekende musicus van kamermuziek en speelde onder meer in het Concertgebouw, Carnegie Hall en het Palais des Beaux-Arts. Ze speelt in duo met haar echtgenoot, pianist Steven Osborne, en treedt op in het Verenigd Koninkrijk, Europa en Amerika. Altviolist Roeland Jagers was een van de oprichters van het Rubens Kwartet en laureaat van verschillende internationale concoursen. Hij treedt regelmatig op in onder meer het Concertgebouw in Amsterdam, de Tonhalle Zürich, het Konzerthaus in Wenen en de Philharmonie in Berlijn en is geregeld te gast op festivals in Europa en de VS.
Een trio zonder kegels
‘Komende woensdag zal ik hier mijn Figaro zien en horen, als ik voor die tijd ten minste niet doof en blind word, maar misschien word ik het pas na de opera. Uw juffrouw-zuster, Signora Dinimininimi, kus ik honderdduizend maal de hand met het verzoek op haar nieuwe fortepiano goed vlijtig te zijn – maar deze vermaning is onnodig, want ik moet bekennen dat ik nog nooit een leerling heb gehad die zo vlijtig is en zoveel inzet getoond heeft als zij, en ik verheug me werkelijk haar met mijn geringe vaardigheid verder te onderrichten.’
Dat schreef Wolfgang Amadeus Mozart in 1787 vanuit Praag aan zijn goede vriend Gottfried von Jacquin. Diens zus, ‘Signora Dinimininimi’, was Franziska Jacquin, met wie Mozart in huize Jacquin eerder ‘Ein Terzett für klavier, Clarinett und Viola’ had uitgevoerd. Daarbij speelde Franziska piano, Mozart altviool en goede vriend en collega Anton Stadler klarinet, een door geen enkele componist ooit eerder ingezette combinatie van instrumenten. Door een misverstand van uitgever Artaria (of was het PR-beleid?) is Mozarts Trio sinds de uitgave in 1788 door het leven gegaan als het Kegelstatt-Trio, het Kegelbaan-Trio. Dat was omdat Mozart twee weken vóór het trio Twaalf hoornduo’s had gecomponeerd ‘tijdens het kegelen.’
De herfst van Max Bruch
Als een tussenstap naar de eenentwintigste eeuw klinkt hier een selectie uit Acht Stücke opus 83 van Max Bruch, een tijdgenoot van Johannes Brahms. Natuurlijk bleef de zeventigjarige Bruch zijn romantische stijl trouw in deze korte karakterstukken uit 1910, nota bene de tijd waarin Stravinsky en Schönberg aan de grondvesten van de klassieke muziek tornden. Is het toeval dat haast alle stukken in mineur staan?
‘Metamorph’
Vorig seizoen zou Metamorphoses ter gelegenheid van de 90ste verjaardag van de eminente Nederlandse componist Theo Loevendie een nieuw werk van hem uitvoeren, maar dat moest vanwege de pandemie worden uitgesteld. Dat werk, ‘Metamorph’ naar de naam van het trio, beleefde afgelopen 14 oktober zijn première in Amsterdam. Theo Loevendie noemt zichzelf ‘een laatkomer als componist’. Tot in de jaren 1970 was hij alleen bekend als jazzsaxofonist in de Boy Edgars Big Band en zijn Theo Loevendie Consort. Pas daarna maakt hij de overstap naar de hedendaagse muziek. In zijn werk is veel ruimte voor improvisatie en de niet-westerse elementen, vooral van muziek uit het Midden-Oosten.
Over ‘Metamorph’ schreef Loevendie: ‘Metamorf heeft als kenmerkend begin de Aksak-ritmes, zoals die in de volksmuziek van Turkije en de Balkanlanden voorkomen. Het betekent letterlijk ‘hinkend’, wat hoorbaar is aan de voor westerse oren onregelmatige afwisseling van 2 en 3 tellen in een maat. Het aantal combinaties van die korte 2 tellen, en de lange 3 tellen is grenzeloos, zoals vooral in de volksmuziek van Bulgarije tot het uiterste is ontwikkeld, zoals bijv. een combinatie van 2 2 2 3 2 3 een maatsoort van 14 tellen vormt. Maar ook maatsoorten, ritmische cycli eigenlijk, van meer dan 30 tellen zijn daarin niet zeldzaam. In dit stuk is in het begin dat hinkende effect duidelijk hoorbaar, maar in de loop van het werk vervaagt het toch enigszins, wat dus de metamorfose is die de titel van het stuk aangeeft.’
Heldere muziek van een vermoorde componist
Met het volgende werk maakt het programma een sprong naar halverwege de twintigste eeuw. En nota bene naar een onderhoudend stuk van een Nederlandse componist die werd vermoord door de nazi’s omdat hij joods was: Leo Smit (1900-1943). Hij stamde uit een welgestelde, niet-religieuze Portugees-joodse familie, en studeerde vanaf 1919 piano en compositie aan het Amsterdams Conservatorium bij Bernard Zweers en Sem Dresden, waar hij in 1922 cum laude afstudeerde. Zijn eerste orkestwerk Silhouetten ging in première bij het Concertgebouworkest in Amsterdam onder leiding van Cornelis Dopper. Tussen 1927 en 1933 verbleef Leo Smit in Parijs, hetgeen merkbaar is in zijn muziek. Na een verblijf in Brussel vestigde Smit zich als muziekpedagoog definitief in Amsterdam. In februari 1943 voltooide hij zijn laatste compositie, de Sonate voor fluit en piano. Samen met zijn vrouw werd hij door de Duitse bezetter op transport gesteld, via Westerbork naar Sobibor. Daar werden zij direct na aankomst op 30 april omgebracht.
Het Trio van Leo Smit klinkt door en door Frans, met heldere en kwieke tonen die gemakkelijk op papier lijken te zijn geland, afgezien van het klaaglijk langzame middendeel. Maar in werkelijkheid zijn ze het resultaat van lang plannen, schetsen en schaven en zorgvuldige overwegingen.
Franse lichtheid
Grote verwantschap is er met het volgende werk, het Trio uit 1997 van de Fransman Jean Françaix. Zoals in zijn hele oeuvre lijkt Françaix ook in het Trio om te zien naar het verleden, naar de heldere lijnen en scherpe contouren van het tijdperk van Rameau, Haydn en Mozart. Toch noemde Françaix zich een eigentijds componist, maar een die met ernst en scherts de verveling te lijf gaat. In het Trio klinkt de wereld van Ravel door, maar ook de ironie van Poulenc (goede vriend van Françaix), de koele spot van Ibert, de muziek van de Franse danszaal en het café en jazz. En dat alles met typisch Franse esprit.
Clemens Romijn
volgend concert dinsdag 7 december 2021: Cello Octet Amsterdam speelt Goebaidoelina, Azmeh, Saariaho en Loevendie