dinsdag 4 juni 2024: Leonkoro Kwartet

Concertgebouw de Doelen, Jurriaanse Zaal
dinsdag 4 juni 2024, 20:15 uur
voorprogramma om 19:30 door het Recapitulation Duo (viool en contrabas)

Leonkoro Kwartet
Jonathan Schwarz (viool)
Amelie Wallner (viool)
Mayu Konoe (altviool)
Lukas Schwarz (cello)


Anton Webern (1883-1945): Langsamer Satz (1905)

Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975): Strijkkwartet nr. 3 in F opus 73 (1946)
Allegretto
Moderato con moto
Allegro non troppo
Adagio
Moderato

pauze

Johannes Brahms (1833-1897): Strijkkwartet nr. 1 in c opus 51 (1873)
Allegro
Romanze
Allegretto molto – Un poco più animato
Allegro


Leonkoro Kwartet

Wanneer een concertbezoeker naar een strijkkwartet luistert is de kans groot dat hij of zij op het podium winnaars ziet van de Bordeaux International String Quartet Competition. Want die driejaarlijkse wedstrijd heeft al kwartetten van naam afgeleverd, waaronder het Belcea (1999), Ébène (2003) en Schumann Kwartet (2013). In dit concert zijn de winnaars van de wedstrijd van seizoen 2022 te bewonderen, het Leonkoro Kwartet. Zij brengen een programma met kwartetmuziek uit twee eeuwen.

Het in 2019 in Berlijn opgerichte Leonkoro Kwartet heeft zich vernoemd naar een naam uit het Esperanto, want Leonkoro betekent Leeuwenhart. Zo zinspeelt het kwartet op het kinderboek van Astrid Lindgren over twee broers, een boek dat thema’s van sterven en troost aansnijdt, een troost waaraan ook dit strijkkwartet zich met zijn muziek wijdt. In maart 2022 werd het Leonkoro Quartet geëerd met de Jürgen Ponto Foundation Muziekprijs, in april met de 1e prijs op de International String Quartet Competition van de Wigmore Hall Londen en 9 van de 12 speciale prijzen, waaronder de prijs voor de beste interpretatie van een Haydn Strijkkwartet. En in mei 2022 ontving het ensemble de 1e prijs, de Publieksprijs Prijs voor Jong Publiek. Aan het eind van de maand werden ze benoemd in het prestigieuze BBC Radio 3 New Generation Artists programma, waar het kwartet van 2022 – 2024 deel van uitmaakt.

Naast kamermuziekstudie bij Heime Müller aan de Musikhochschule Lübeck, studeerde het kwartet vanaf 2020 bij Günter Pichler (Primarius Alban Berg Quartet) aan het Kamermuziekinstituut van de Escuela Superior de Música Reina Sofía Madrid. Het Leonkoro Kwartet werd intensief begeleid door leden van het Artemis Kwartet van de Berlijnse Universiteit voor de Kunsten.


Een studiewerk
Anton Webern studeerde muziekwetenschappen bij Guido Adler in Wenen en promoveerde met een proefschrift over de Choralis Constantinus van Heinrich Isaac (1450-1517). Vanaf 1904 tot 1908 was hij compositieleerling van Arnold Schönberg. Na die tijd werkte hij als dirigent in Bad Ischl, Wenen, Teplitz, Danzig, Stettin en Praag en opnieuw Wenen. Webern raakte door de groeiende politieke spanningen in zijn land steeds meer geïsoleerd, vooral na de intocht van het Duitse nazisme in Oostenrijk in 1938. In de laatste oorlogsweken vluchtte hij naar het nabijgelegen Mittersill, waar hij door een tragische samenloop van omstandigheden door een Amerikaanse soldaat op 15 september 1945 werd doodgeschoten.

Naast de eenendertig officiële werken van Webern bestaat een reeks composities zonder opusnummer, tijdens Weberns leven onuitgegeven, schetsen, losse delen en jeugdwerken. Een daarvan is de Langsamer Satz für Streichquartett uit 1905, een expressief laat-romantische stuk uit de tijd dat Webern nog bij Arnold Schönberg studeerde. Van twaalftoonstechniek vindt men hier nog geen spoor, want er is sprake van een duidelijke tonaliteit: c-klein. Het werk is qua bouw en stijl tamelijk traditioneel voor zijn tijd en het emotionerende karakter en de Mahleriaans lange zinsbouw wijzen nog geenszins op de latere cerebrale en compacte Webern-stijl. Alleen het veelvuldig gebruik van omkeringen van intervallen (sprong naar boven verandert in sprong naar beneden) wijst op Weberns latere voorliefde voor contrapuntische technieken.


Componeren na de oorlog
Kort na de Tweede Wereldoorlog oorlog leverde de Russische componist Dmitri Sjostakovitsj een van zijn grootste prestaties met het schrijven van zijn Derde strijkkwartet in F opus 73. Het kwam op papier in een datsja die hij gehuurd had in Komarova even buiten Leningrad begin augustus 1946. Hij droeg het werk op aan het Beethoven Kwartet waarmee hij later intensief bleef samenwerken bij de instudering van zijn strijkkwartetten. Hoewel de première in Moskou door het Beethoven Kwartet op 16 december hetzelfde jaar een groot succes was, trok Sjostakovitsj het strijkkwartet terug, ook al bleef het circuleren in privé kringen. Na afloop van de première schreef de pianist Konstantin Igoemnov: ‘Deze mens voelt het leven duizend maal diepgaander aan dan wij musici allemaal bij elkaar.’ Tegenover de componist Edison Denisov verklaarde Sjostakovitsj in 1950 dat hij zijn Derde strijkkwartet als een van zijn beste werken beschouwde: ‘Als je het werk doorkijkt zul je zien dat het eerste deel liefdevol en niet kwaad gespeeld moet worden.’ Dat Sjostakovitsj het kwartet terugtrok had waarschijnlijk met de achterliggende inhoud te maken, met de oorlog, het kwaad en het geweld. Twee jaar later zou ook zijn hoogst persoonlijke Vierde strijkkwartet in de la verdwijnen, tot na de dood van Stalin.
De eenvoudige thema’s in het folkloristisch aandoende eerste deel zijn de klinkende symbolen van de gewone mens in de straat. Een eerbetoon aan die gewone mens klinkt zodra Sjostakovitsj de twee thema’s kunstig vervlecht tot een fuga, in zijn ogen de hoogste vorm van intellectuele uitdaging in muziek. Dan volgt een geestig gepuncteerd klein Rondo (Rondino), en nog een Rondo (Allegro non troppo) waarin een Pruisische parademars wordt geparodieerd. Het Adagio is het emotionele hart van het kwartet en heeft als opschrift ‘Threnodie’, een treurzang voor de gevallenen. De Finale grijpt terug naar de voorbije delen en bereikt ongekende visionaire hoogten.


Gered uit de vlammen
Johannes Brahms heeft tot zijn veertigste gewacht met het publiceren van zijn eerste strijkkwartetten. Hij werd onzeker van de sterke voorbeelden van Haydn, Mozart, Beethoven en Schubert. Toch had hij in stilte geëxperimenteerd. Maar daarvan eindigde het meeste in de kachel. Brahms leefde ook bepaald niet in de bloeitijd van het kwartet, het was bijna passé. Tot hij het vulde met romantische adem en er voor het eerst sinds Beethoven weer iets nieuws mee wist te zeggen: dat zijn de Twee kwartetten in c en a opus 51, waarvan hier het eerste klinkt.

Met zijn duistere toonsoort c-klein, maar ook qua omvang, vorm en idioom sluit het Strijkkwartet opus 51 nr. 1 nauw aan bij de drie Razoemovski-kwartetten van Beethoven, die Brahms intensief bestudeerde. In het eerste deel is die verwantschap goed hoorbaar in vele zinswendingen die bijna citaten lijken. Maar liefst drie thema’s heeft Brahms in dit deel in sonatevorm met elkaar verstrengeld. Het expressieve Poco Adagio is getiteld: Romanze. De rijk geharmoniseerde hymne-achtige melodie doet opnieuw aan Beethoven denken, maar nu eerder aan zijn late kwartetten. Toch zijn het gebruik van dissonanten en de modulaties ontegenzeglijk ‘Brahms’. Op de plaats van het gebruikelijke Scherzo heeft Brahms een nogal pathetisch derde deel gezet. Als contrast leiden enkele frivole pizzicati (getokkelde tonen) naar een delicaat Trio-middenluik. Met de gepassioneerde Finale met zijn markante septiemsprongen keert de sfeer van het eerste deel weer terug.

Clemens Romijn


voorprogramma om 19:30

Recapitulation Duo
Rita Santos, viool
Jovan Filipovic, contrabas

Op het programma o.a. inventies van J.S. Bach, een viool-cello duo van Glière (bewerkt voor contrabas) en het duo concertante van Penderecki


volgend concert: dinsdag 8 oktober 2024
Ragazze Kwartet speelt Rhiannon Giddens, Florence Price en Antonín Dvořák