dinsdags 14 maart 2017: Schumann Quartett

Jurriaanse Zaal van Concertgebouw de Doelen te Rotterdam om 20.15 uur (voorprogramma begint om 19:30)

Schumann Quartett

Erik Schumann, viool
Ken Schumann, viool
Liisa Randalu, altviool
Mark Schumann, cello

19:30 voorprogramma met
Ella van der Mespel (viool) & guests:
Virginia Del Cura (cello) en Manuel Wouthuysen (piano)


Robert Schumann (1810-1856): Strijkkwartet in F opus 41 nr. 2 (1842)
Allegro vivace
Andante quasi Variazioni
Scherzo: Presto – Trio – L’istesso tempo
Allegro molto vivace

Giuseppe Verdi (1813-1901): Strijkkwartet in e (1873)
Allegro
Andantino
Prestissimo
Scherzo fuga

pauze

Felix Mendelssohn (1809-1847): Strijkkwartet nr. 3 in D opus 44 nr. 1 (1837)
Molto allegro vivace
Menuetto: Un poco Allegro
Andante espressivo ma con moto
Presto con brio


Schumann Quartett

Het Keulse Schumann Quartett werd in 2007 opgericht en bestaat uit de drie broers Schumann, Erik, Ken, en Mark en de Estse in Karlsruhe opgegroeide altvioliste Liisa Randalu. Recentelijk won het kwartet de eerste prijs bij het internationale strijkkwartetconcours in Bordeaux. Ook sleepten ze de eerste prijs in de wacht tijdens de achtste editie van ‘Schubert en de Moderne Muziek’ in Graz. Prijzen won het kwartet ook in 2011 bij de ‘Paolo Borciani Competitie’ en bij de ‘International Chamber Music Competition’ in Osaka. De vier musici worden momenteel begeleid door Harald Schoneweg (voormalig lid Cherubini Kwartet) aan de Musikhochschule in Keulen en Günter Pichler (voormalig lid Alban Berg Kwartet) in Madrid. Daarnaast krijgt het viertal begeleiding van onder meer Heime Müller (voormalig lid Artemis Quartett) Eberhard Feltz en leden van het Alban Berg Kwartet.
Momenteel wordt het Schumann kwartet ondersteund met een beurs van Villa Musica Rheinland-Pfalz en door het Irene Steels-Wilsing fonds. Het Schumann Quartett is sinds het seizoen 2009/2010 Artist in Residence bij de “Erstklassik” serie in het Robert Schumann Auditorium in Düsseldorf. Ook zijn het graag geziene gasten bij andere concertzalen in hun thuisregio Noordrijn-Westfalen, zoals bij het Beethovenhaus in Bonn. Het kwartet gaat regelmatig op tournee naar Japan, Canada, Oostenrijk en Italië.

De afgelopen jaren werkte het kwartet samen met onder meer pianist Henri Sigfridsson, hoboist Ramón Ortega Quero, klarinettist David Orlowsky, cellist Nicolas Altstaedt en pianist Cédric Pescia. De Duitse zender WDR Classical Radio heeft al enkele malen optredens van het Schumann Quartett opgenomen en uitgezonden, onder andere met werken van Mozart en Verdi, alsook het derde strijkkwartet van de in 2010 overleden Düsseldorfse componist Jürg Baur. Hoogtepunten van het huidige seizoen zijn de driejarige ‘residentie’ bij de Chamber Music Society van het Lincoln Center in New York en een tournee door Japan. Verder vermeldt de agenda van het Schumann Quartett optredens op festivals in Rheingau en Schleswig Holstein, en in Zürich, Londen en München.

In april 2014 verscheen de debuut-cd van het Schumann Quartett met werken van Beethoven, Bartók en Brahms. Voor de laatste cd met werken van Mozart, Ives en Verdi werden de musici in Londen als ‘Best Newcomer 2016’ bekroond met de BBC Music Magazine Award. Op komst is het volgende album LANDSCAPE, waarin het Schumann Quartett speurt naar zijn eigen wortels en muziek combineert van Haydn, Bartók, Takemitsu en Pärt.

Meer info op www.schumannquartett.de

 

Eenheid der kunsten

Vanaf 1842 bestudeerde Robert Schumann intensief kamermuziek van Haydn, Mozart en Beethoven, en schreef aansluitend zijn eigen Pianokwintet, Pianokwartet, het Pianotrio op. 88 en de Drie strijkkwartetten opus 41. Die laatste componeerde hij ‘in einem Guss’ en droeg hij op ‘aan mijn vriend Felix Mendelssohn Bartholdy’, een belangrijk pleitbezorger van zijn werk. Toen Schumann Mendelssohn later vroeg hoe hij hem ooit zou kunnen bedanken voor alles dat hij (Mendelssohn) voor hem had gedaan, antwoordde Mendelssohn eenvoudig: ‘De kwartetten, Schumann, de kwartetten…’ Zelf vond Schumann in 1847 de strijkkwartetten ‘zijn beste werk uit vroegere tijd.’

Het Tweede Strijkkwartet in F opus 41 nr.2 begint licht en lyrisch. Het eerste thema heeft eerst een opwaartse neiging en tuimelt vervolgens omlaag. Het rustige tweede thema lijkt zo onopvallend, weinig uitgesproken, haast terloops, dat het deel eigenlijk eerder monothematisch is, zoals zo vaak bij Schumann. In de coda brengt Schumann (net als in het Eerste strijkkwartet) een verborgen hommage aan Beethoven door het hoofdmotief van het eerste deel van diens Strijkkwartet opus 132 in de omkering te brengen. Het tweede deel is liedachtig en zwevend en bestaat uit een thema met variaties. Voor het thema greep Schumann terug naar het Larghetto nr.13 uit de Albumblätter opus 124. Het onrustige en ritmisch verraderlijke Scherzo is driedelig met in het midden een Trio met een vrolijk cellothema. De levendige en afwisselende Finale is in sonatevorm met twee contrasterende thema’s.

Een vruchtbare pauze

De Italiaanse operacomponist Giuseppe Verdi zette net als Claude Debussy en Maurice Ravel slechts één strijkkwartet op papier. Dat was dan ook nog eens het gevolg van een welgemikte ziekmelding. Verdi was in de winter van 1872-1873 in Napels voor repetities van zijn Don Carlos en Aida. Maar door de plotselinge ziekte van prima donna Teresa Stolz werden de repetities uitgesteld en had Verdi tijd te over. ‘Uit puur amusement’, zoals hij zelf zei, componeerde hij daarom in maart 1873 zijn Strijkkwartet in e. In april nodigde hij niets vermoedende vrienden uit in een hotel in Napels. Daar doken uit het niets vier strijkers op die zijn wondermooie kwartet speelden, en na een enthousiast applaus moesten herhalen. Toch verbood Verdi drie jaar lang verdere uitvoeringen en ook de uitgave. Als bewonderaar van de kwartetten van Haydn, Mozart, Beethoven en Schubert vond hij dat hij een heilig terrein had betreden dat eigenlijk het exclusieve domein van de Weense klassieken was en waarin hij een vreemde Italiaanse binnendringer was. Naderhand moest hij toegeven dat hij een hoogst origineel stuk kamermuziek had geschapen. Het experiment liet zelfs zijn sporen na in de subtiele instrumentatie van zijn twee laatste opera’s naar Shakespeare, Otello en Falstaff. Het beginthema van het onrustige eerste deel lijkt sterk op het jaloeziemotief van Amneris uit Aida. Het tweede deel had door toevoeging van woorden een aria van Rigoletto kunnen worden en het bijtende Scherzo knipoogt naar het Scherzo van Beethovens laatste kwartet opus 135. De afsluitende fuga van het kwartet is verwant aan het wervelende ensemble aan het eind van Falstaff en verwijst geleerd maar geestig naar kwartetfuga’s van Haydn, Mozart en Beethoven.

Terug van de huwelijksreis

Als laatste werk klinkt muziek van Felix Mendelssohn, de Duitse romanticus en workaholic die in zijn hectische carrière als concertpianist en dirigent nog kans zag een geweldige hoeveelheid kamermuziek te componeren, waaronder zelfs negen strijkkwartetten. En dat in de arme achtendertig levensjaren die hem gegund waren. Mendelssohn voltooide zijn Strijkkwartet in D opus 44 nr.1 na zijn huwelijksreis in 1837, op 24 juli 1838. Het was het laatst voltooide van de drie kwartetten opus 44, ook al zette de uitgever het op de eerste plaats van de serie. Opvallend kenmerk van het kwartet is de voortdurend veeleisende eerste-vioolpartij. Het eerste van de vier delen is levendig en licht. Het tweede deel is een tamelijk antiek klinkend menuet, waarmee Mendelssohn een knipoog lijkt te willen geven naar het galante rococo. Het aansluitende Andante is, zoals wel vaker bij Mendelssohn, een lieflijk ‘lied zonder woorden’, fijnzinnig geïnstrumenteerd en fraai geharmoniseerd. De twee middendelen maken de kern van het kwartet uit. De Finale keert terug naar de lichte en briljante beginsfeer van het kwartet.

Clemens Romijn


voorprogramma
Ella van der Mespel (viool) & guests
Virginia Del Cura (cello) en
Manuel Wouthuysen (piano)

Programma
Maurice Ravel (1875-1937)
Sonate voor viool en cello (1922)
I- Allegro
II- Très Vif

Django Reinhardt (1910-1953) and Didier Lockwood (1956-)
Nuages voor viool en piano  (1940 – First recording)

Ella van der Mespel, geboren in Nieuw Zeeland, kwam in aanraking met muziek toen ze 3 jaar oud was. Toen ze nog in Nieuw Zeeland woonde heeft ze veel ervaring opgedaan bij verschillende orkesten en kamermuziek formaties. In 2011 is ze naar Nederland verhuisd om haar muzikaliteit tot een dieper niveau te ontwikkelen. Hier was ze onder meer lid van het NJO, speelde in een piano kwintet met Bert van den Brink en speelde in 2014 met haar trio in een uitverkochte kleine zaal van het Concertgebouw in Amsterdam. In juni 2014 speelde ze Tchaikovsky’s viool concert met het Utrecht Muse Art Studenten Orkest en in 2015 werd ze genomineerd voor de EMIR Steyerbergprijs.

Momenteel is ze in de eindfase van haar Masterstudie aan het Rotterdams conservatorium onder leiding van Gordan Nikolic en Goran Gribajcevic. Naast klassieke muziek heeft ze ook een passie voor jazz ontdekt. Dit is één van de speerpunten van haar scriptie waar ze momenteel aan werkt.


volgend concert: dinsdag 11 april 2017
Zemlinsky Quartet m.m.v. leden van het Prazák Quartet
strijksextetten van Brahms en Dvořák.